Summary: A driefasige meter stroomtransformator wordt gebruikt om een primaire str...
A driefasige meter stroomtransformator wordt gebruikt om een primaire stroom om te zetten in een secundaire stroom. Ze zijn te vinden in verschillende soorten en maten en hebben een breed scala aan stroomsterktes. Deze worden vaak gebruikt voor vermogensmetingen.
Deze apparaten, gewoonlijk stroomtransformator of CT genoemd, worden gebruikt om de hoofdstroom (primair) om te zetten in een secundaire stroom. Deze apparaten hebben meestal een standaardvorm met een typeplaatje dat de relatie tussen de primaire en secundaire stromen laat zien. De relatie wordt meestal uitgedrukt als een verhouding zoals 100/5 of 500/5. Hoe hoger het getal, hoe groter de secundaire stroom die wordt geproduceerd.
Deze apparaten worden veel gebruikt voor een verscheidenheid aan toepassingen, waaronder vermogensmeting, motorstroombewaking en bewaking van aandrijvingen met variabele snelheid. Bovendien zijn veel van deze apparaten ontworpen om fraudebestendig te zijn, waardoor ze populaire keuzes zijn voor industriële toepassingen.
De juiste stroomtransformator kiezen
Het eerste waarmee u rekening moet houden bij het kiezen van een stroomtransformator, is de output van de meter waarmee deze zal worden gebruikt. Dit zal helpen bij het bepalen van de grootte van het aan te schaffen apparaat, aangezien het noodzakelijk is om rekening te houden met de ingangsvermogensfactor (cos(phi)) en de minimale spanningsvereisten van de meter.
Accuracy & Measurement
De meeste stroomtransformatoren hebben een nauwkeurigheidsclassificatie die wordt bepaald bij een volledige nominale belasting. Dit omvat de impedantie van de secundaire wikkeling zelf, de kabels van en naar de stroomtransformator en de belasting waarop deze is aangesloten.
Er zijn verschillende klassen van nauwkeurigheid en meting voor stroomtransformatoren, waarbij klasse 0.1 de laagste is en klasse 3 de hoogste. Elke classificatie heeft zijn eigen nauwkeurigheids- en meetfoutparameters die zijn opgenomen in de IEC 61869-1-normen.
De meest voorkomende meetfout voor een stroomtransformator is het verschil tussen de primaire en secundaire stromen. Dit is een gevolg van het feit dat de magnetische kern verzadigd raakt door de stroom die er doorheen vloeit.
Dit kan een probleem zijn met CT's die worden gebruikt in meettoepassingen, aangezien de meter zal werken wanneer er een hoge stroom doorheen vloeit, waardoor de meter onnauwkeurig kan zijn wanneer deze wordt in- of uitgeschakeld. Dit is echter geen probleem met CT's die worden gebruikt voor relaisbeveiliging, omdat hun prestaties dan van belang zijn.
Een ander probleem is dat een CT verzadigd kan raken door externe magnetische gelijkstroomvelden. Dit kan een potentieel probleem zijn in meetomgevingen waar gelijkstroom aanwezig is.
Daarnaast kan bij storingen in het elektriciteitsnet de gelijkstroom korte tijd op een zeer laag niveau staan. Dit kan de nauwkeurigheid van de meter beïnvloeden, aangezien deze gedurende een zeer korte tijd meerdere malen de normale waarde kan meten.
Om dit probleem te voorkomen, mag een stroomtransformator nooit onbelast worden gebruikt wanneer er hoofdstroom doorheen vloeit. Dit kan worden gedaan door een kortsluiting te maken over de secundaire klemmen voordat u de ampèremeter of belasting loskoppelt van de stroomtransformator.